Bij de geboorte van mijn oudste zoon in 2011 werd mijn hele wereld op zijn kop gezet. Plots werd ik als mama geconfronteerd met gedrag waar ik me geen weg mee wist. Wat nog erger voelde, was dat ik maar niet wist hoe hiermee om te gaan. Een baby die niet stopte met huilen en die opgroeide tot een peuter die het ene negatieve gedrag na het andere vertoonde en die tijdens zijn kleuterperiode me ruw wegduwde elke keer ik hem een kusje of knuffel wou geven. Hartverscheurend vond ik het als mama.
Het enige wat ik op die momenten kon denken was: Hoe kan ik jou nu toch in godsnaam helpen? Wat heb jij nodig? Ik voelde me gefaald als mama en vermoedde dat er meer aan de hand was. Na een zoektocht van enkele moeilijke jaren kwam de diagnose ‘ASS’. Voor ons een tot dan toe nog onbekend begrip.
Over autisme had ik al wel eens gehoord en uiteraard had ik de klassieker ‘Rainman’ gezien, maar dit leek mijlenver af te staan van het gedrag van mijn zoontje. Toch leek ik me gek genoeg ook een beetje opgelucht te voelen. Ik was géén slechte ouder! Mijn kind kwam nu eenmaal met een handleiding op de wereld, die ik nog nooit ontdekt leek te hebben.
Van zodra we de diagnose kregen, dacht ik dat het vanaf dan wel allemaal beter zou gaan. Alsof die handleiding plots als magisch toverstafje wel uit de lucht zou komen vallen. Niet dus! Een nieuwe, lange en moeizame zoektocht volgde om toch maar wat handvaten aangereikt te krijgen en verbinding te kunnen maken met hem.
Ondertussen hebben wij onze weg wel gevonden. De hulpverlening kent voor ons nog maar weinig geheimen en ik lijk er vrede mee gevonden te hebben dat mijn verwachtingen zich hebben moeten aanpassen doorheen de jaren. Ik slaagde erin op een andere manier te kijken naar mijn zoon, niet langer als ‘slachtoffer’. Een manier waarop ik ook de positieve kanten zie en trots als een pauw ben op de fijne kerel die hij de dag van vandaag is.
Mijn verontwaardiging over ons hobbelige parcours in de hulpverlening waarin we terecht kwamen blijft echter groot. "Dit moet anders kunnen!" zuchtte ik tijdens een sessie bij mijn eigen psychologe ergens in 2014, waarop ze me lachend toesprak en zei dat ze mij daar ooit nog wel het verschil in zag maken.
Die zin is blijven hangen, want neergeslagen blijven zitten kniezen en zeuren, staat niet in mijn woordenboek. Toen ik aan de schoolpoort steeds opnieuw werd aangesproken door andere ouders en ik zo'n beetje hét aanspreekpunt werd voor alles dat met ASS te maken had, besliste ik een opleiding tot auticoach te volgen. In 2019 zette ik de grote stap en richtte ik Atlass op. Ik zie me daar nog steeds zitten, met mijn eerste cliënten in mijn living. Door de vraag naar diagnostisch onderzoek schakelde ik al snel mijn beste vriendin Laura in. Zij was toen al psychologisch consulent, maar zocht een nieuwe uitdaging. Mijn living werd nog geen jaar later aangevuld met een container in mijn voortuin, zodat we op twee plekken tegelijk konden werken.
Het is onvoorstelbaar hoe de bal dan aan het rollen ging. Waar we eerst dachten dat we met moeite nieuwkomers voldoende uren gingen kunnen geven, konden we plots niet eens meer volgen. Bovendien wilden we ook andere specialisaties aanbieden. In onze zoektocht naar een echte praktijkruimte kregen we op een keer een makelaar aan de lijn die aandachtig luisterde en besefte dat als we nu iets bescheidens kochten, dat al snel ook te klein zou zijn. Ik ben die man enorm dankbaar, want hij zorgde ervoor dat we ons huidige pand kochten. Dat was in mei 2021.
Dat Atlass intussen bijna 20 medewerkers telt, kan ik amper geloven. Grappig genoeg heb ik daar niet heel veel voor moeten doen. Op een of andere manier komen mensen zelf bij ons terecht, via cursussen die we hebben gevolgd, via de school van de kinderen, stagair(e)s, via andere medewerkers ... "Als er één praktijk is waar ik bij wil horen, dan is het Atlass", krijgen we vaak te horen. Ik kan niet beschrijven wat een warm en gelukkig gevoel dat me bezorgt!
En tot wat we uiteindelijk zullen uitgroeien? Wie zal het zeggen ...